A ROSE IS A ROSE IS A ROSE


Ik las een boek over Gertrude Stein en was geraakt door de woorden a rose is a rose is a rose.
Een cryptische zin die zoiets wil zeggen als: de roos verwijst naar niets anders dan zichzelf, voor eeuwig en voor altijd.
Rozen en bloemen, ze zijn via de liefde, liefdesbrieven en liefdesgedichten tot metaforen van taalraadsels geworden. Niet alleen Gertrude Stein wees ons hierop, ook Mallarmé gebruikte het beeld van een bloem – nog iets algemener dan de roos – als voorbeeld voor het abstraherende karakter van taal. In een prozagedicht schreef hij dat met de uitspraak ‘une fleur!’, alle contouren van die ene bloem naar de vergetelheid worden verbannen, en iets anders dan alle bekende bloemen ontstaat, namelijk de idee van de bloem.
2009

zondag 11 april 2010

Waar komt de naam 'rozenkrans' vandaan?

Hebben katholieke rozenkransen iets te maken met boeddhistische rozenkransen?
Het gebruik van een kralensnoer als hulpmiddel bij gebed of meditatie is inderdaad niet voorbehouden aan de christelijke traditie. De oudst bekende 'rozenkransen' zijn van hindoeïstische oorsprong. In India zijn zandstenen beelden uit de 2e eeuw v.Chr. teruggevonden, van goden en heiligen met dergelijke kralensnoeren. In het Sanskriet heet een rozenkrans een mala of japamala (van japa = het prevelen van gebeden of mantra's en mala = krans, bloemenkrans). Binnen de hindoeïstische traditie is een bidsnoer van 108 kralen in gebruik.

De naam mala en het aantal van 108 kralen is uit het hindoeïsme overgenomen door het boeddhisme. Volgens de boeddhistische leer zijn er 108 wereldlijke verlangens die een mens achter zich moet laten om het Nirwana (de verlossing) te bereiken. Door met het bidsnoer in de hand te mediteren en bij iedere kraal de naam van Boeddha te noemen, breng je je verlossing een stukje dichterbij. Met de verbreiding van het boeddhisme vanuit India naar het oosten, is ook dit bidsnoer over heel Oost-Azië uitgewaaierd, met allerlei lokale variaties in materiaal (hout, zaden, been enz.), aantal kralen (zo komen ook kleinere bidsnoeren van 36 kralen voor, die in 2003 opeens in het westen een rage werden onder de 'hippe' naam power beads). In China werden de kralensnoeren niet alleen gedragen door boeddhistische monniken, maar ook gebruikt als een soort ambtsketen voor hogere ambtenaren, vandaar de naam 'hofketting' (chaozu). In Japan heet het boeddhistische bidsnoer juzu (van ju = kralen en zu = tellen, dus letterlijk 'kralen tellen') of nenju (nen = gedachte, aandacht, dus 'kralen voor aandacht').

De Islam kent ook een gebedssnoer, met 99 kralen, die de 99 namen van Allah vertegenwoordigen. Aangenomen wordt dat de boeddhistische mala model heeft gestaan, maar harde bewijzen zijn daarvoor niet te geven. De Arabische naam is subha (Perzisch: tasbih), hetgeen 'verheerlijken, prijzen' betekent. Verschillende materialen worden gebruikt voor de kralen, maar favoriet is klei uit de heilige steden Mekka en Medina. Het islamitische bidsnoer is ook de oorsprong van de worry beads, de kralensnoertjes van 33 kralen die men in Turkije en Griekenland gedachtenloos door de vingers laat glijden. Deze laatste variant is echter van religieuze inhoud ontdaan.

Hoe de rooms-katholieke traditie van de rozenkrans zich verhoudt tot deze oosterse gebruiken is niet met zekerheid te zeggen. Het is goed mogelijk dat de islamitische subha ten tijde van de kruistochten (1096-1254) door de kruisvaarders in Europa werd geïntroduceerd en vervolgens geassimileerd is in de christelijke cultuur. Vaststaat dat het rozenkransgebed teruggaat op een gebruik in kloosters om alle 150 psalmen achter elkaar te bidden. Dat verklaart het aantal van 150 kralen (gescheiden door 15 tussenkralen) in een volledige rozenkrans. In de late middeleeuwen ontstond een lekenvariant, waarbij het Onze Vader gebeden werd. De gebedssnoeren die hierbij gebruikt werden, heetten paternoster, immers de Latijnse naam van het Onze Vader. In de vijftiende eeuw kwam het Mariagebed 'Wees gegroet' in zwang. Dan duikt ook voor het eerst de naam rosarium (letterlijk 'rozentuin' of 'rozenkrans') op. En pas in de zestiende eeuw wordt deze rozenkrans in zijn huidige vorm bij pauselijk decreet vastgelegd. Dat maakt het erg aannemelijk dat die naam rosarium geassocieerd moet worden met Maria (die immers 'mystieke roos' of 'roos zonder doornen' wordt genoemd), en niets te maken heeft met de Boeddhistische/Hindoeïstische mala ('bloemenkrans').
Wat dat betreft is 'bidsnoer' of 'gebedssnoer' misschien een neutralere term en zou de term 'rozenkrans' voorbehouden moeten blijven aan de rooms-katholieke variant

Geen opmerkingen:

Een reactie posten